Schrijver Ilja Leonard Pfeijffer over zijn bewerking van De meeuw:
“Nog steeds heel veel liefde en een beetje meer verhaal”
Na eerdere theaterstukken waaronder De advocaat, Peachez en Noem het maar liefde, heeft huisschrijver Ilja Leonard Pfeijffer zijn tanden gezet in een nieuw stuk voor Toneelgroep Maastricht. Deze keer de bewerking van Anton Tsjechovs De meeuw. Geïnspireerd op het origineel gaf Pfeijffer de toneelklassieker een geheel eigen(tijdse) bewerking. Het resultaat? Een meeuw. Een stuk over liefde, over generaties en over de zinloosheid van het bestaan. Een tragikomedie, doordrongen van onvervulde dromen en bovenal een feest van herkenning.
Of het meteen een ‘ja’ was toen regisseur en goede vriend Michel Sluysmans bij hem kwam met de vraag om het klassieke Russische toneelstuk onder handen te nemen? “Nou nee, het is niet voor niets een klassieker. Het staat al meer dan een eeuw bekend als een goed stuk, waarom zou je het dan bewerken?” Maar Sluysmans wist hem te overtuigen “De thematiek is ijzersterk en van alle tijden. Met de juiste bewerking zouden we het volgens hem naar deze tijd kunnen halen en het stuk beter maken. Daarmee had hij een punt.”
En zo kwam het dat Pfeijffer werd meegenomen in Sluysmans fascinatie voor de Russische toneelschrijver. “Ik kende zijn werk, maar had er geen innige band mee. Die bewondering is door deze bewerking wel gekomen. Wat ik echt heel goed vind aan het oorspronkelijke stuk van Tsjechov is de sfeer van melancholie in zijn werk. Personages die verdwaald zijn in hun eigen leven, gevangen tussen leven en dood. En dan de humor en zelfspot waarmee hij dit brengt.”
In het stuk volgen we acht personages; vier mannen en vier vrouwen, verdeeld over drie generaties. Ze maken deel uit van een theaterfamilie of zijn nauw betrokken bij die familie. “Het is een heuse liefdescarrousel vol onvervulde, onbeantwoorde en onuitgesproken liefdes, over en weer. Over spijt hebben van het verleden, dromen van de toekomst, maar vergeten te leven in het nu. Het feit dat het met name de perikelen zijn van een theaterfamilie, geeft het stuk een dubbele laag en maakt dat schijn en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Niet alleen voor de acteurs van Een meeuw, die zich allemaal wel op de een of andere manier herkennen in hun rol, maar ook als publiek krijg je op momenten heel actuele en herkenbare thema’s en vraagstukken in de schoot geworpen.”
Het is diezelfde soort zelfspot waarmee Tsjechov destijds zijn eigen stuk samenvatte als ‘veel liefde en weinig verhaal’. Hoe dat zit met de bewerking van Pfeijffer? “Het zit nog steeds boordevol liefde, maar heeft ook een beetje meer verhaal. Vergeleken met het origineel hebben we de verhaallijnen meer doorgetrokken en uitvergroot. We hebben personages geschrapt en andere samengevoegd. Het is nog steeds geen stuk vol actie en intriges op het toneel, maar doordat we de onderlinge verhoudingen tussen de personages scherper hebben aangezet, zit er meer interactie en dus ook meer verhaal in.”
De bewerking van Pfeijffer gaat echter verder dan de aanpassingen van personages. “We hebben de originele structuur weliswaar gevolgd, maar voor de rest is het compleet anders. Het moderne taalgebruik, het tempo en ritme maken het echt van deze tijd.” Zo is het toneelstuk in het toneelstuk, zoals dat in de eerste akte wordt opgevoerd, niet meer te herkennen. “In het stuk van Tsjechov is dit vrij zwak. Voor die tijd was het misschien parodie, maar het huidige publiek zal dat niet meer op die manier herkennen. We hebben een compleet nieuwe eenakter gemaakt. Het heeft nu meer een cruciale plek gekregen in het hele stuk, omdat het reflecteert op wat we willen met theater als kunstvorm: waarom komen we nog steeds kijken naar een stuk dat geschreven is door een dode en witte Russische schrijver? Dat vragen de personages in het stuk zich op dat moment hardop af, maar is ook een actuele vraag in deze tijd. Want uiteindelijk is dat toch ook wat je als toeschouwer van dit stuk komt doen.”
Het grootste en misschien wel meest opvallende verschil met Tsjechovs origineel is de toevoeging van een vijfde bedrijf. Een gewaagde keuze. Tsjechov zal destijds immers niet voor niets besloten hebben om te stoppen op het punt waar de jonge theatermaker Konstantin zichzelf van het leven beroofd? “Het einde van Tsjechov riep zoveel vragen op. Een gemiste kans, daar waren Michel en ik het unaniem over eens,” zo stelt Pfeiffer. “Het is juist heel mooi om de personages, die je vier aktes lang gevolgd hebt, nu in een heel andere geestesgesteldheid te zien. Het vijfde bedrijf begint op het moment dat de uitvaart van Konstantin afgelopen is. De overige personages zijn in diepe rouw. Door de shock die zijn dood teweegbrengt, kunnen ze nu ineens wel over hun eigen schaduw stappen en zijn ze bereid dingen te doen die ze eerder niet deden. Je zou het kunnen zien als heiligschennis om zo’n grote aanpassing te doen aan het stuk, maar in onze ogen is het juist een verrijking.”
Naast veel liefde vertelt Een meeuw ook een verhaal over generaties en de conflicten daartussen. Zo voelt hoofdpersonage Arkadina als succesvol actrice op de top van haar roem, de hete adem van een volgende generatie in haar nek. Haar partner en gevierd schrijver Trigorin gaat gebukt onder een enorm laag zelfbeeld en de druk om te moeten blijven presteren. Of dat iets is wat Ilja als gelauwerd schrijver zelf ook bezighoudt? “Nee, dat heb ik niet. Ik voel die druk niet. Mijn voorsprong op die volgende generatie is nog zó groot. Maar het worstelen met ouder worden, is iets waar we allemaal mee bezig zijn. Arkadina is een mooie en succesvolle vrouw. Tenminste zo lang er geen jongere actrice naast haar staat. Wie herkent dat niet?” En zo is het stuk volgens Pfeijffer een aaneenschakeling én vooral een feest vol herkenning, met een grote lach en ook een traan, voor iedere generatie.
Op de vraag voor wie Een meeuw een absolute must see is, antwoord Pfeijffer dan ook stellig. “Het is verplicht voor zij die weleens worstelen met de zin van het bestaan. Voor Iedereen dus.” Een antwoord op die universele vraag geeft het stuk echter niet. Integendeel. “Grote kans dat het publiek naar huis gaat met meer vragen dan waarmee ze kwamen. In mijn ogen is het stuk dan geslaagd.”
Een meeuw is van 3 maart t/m 4 juni 2022 te zien in de Nederlandse en Vlaamse theaters.
Interview: Sanne Tummers voor Toneelgroep Maastricht